de heer A. R. P.
dinsdag 11 maart 2014, 10:00 uur
Algemene Begraafplaats Hofwijk, Rotterdam
Dichter van dienst: Hester Knibbe
In het oproepprotocol van de Gemeente, dat melding maakt van de lijkvinding van de heer A. R. P., is een foutje geslopen. Het streepje naar rechts (accent aigu) boven één van de letters is weggelaten. Je kan je afvragen of hij er zich over opgewonden zou hebben, dat hij om zo te zeggen op zijn streepje zou staan. Het korte verslag van de mensen van de dienst Wet op de Lijkbezorging die het huis van de heer P. hebben bezocht, geeft de indruk dat de accenten in zijn bestaan tot één dikke streep waren gereduceerd. Het huis lag vol met bierblikjes en wijnflessen, volle en lege. Een man alleen in Schiebroek, hoe treurig wil je het hebben. Op de achtergrond, dat wil zeggen, ergens in de ruimte en tijd tussen 1943 en 2014 is er sprake van een broer en een zus, maar die hebben al dertig jaar geen contact meer met hun broer en zullen niet naar de crematie komen. De dood van de heer P. is mijn fietstochtje in de frisse ochtenduren naar Hofwijk, tussen Overschie en Delft. Hoe vaak heb ik die tocht al niet gemaakt?
Het parkeerterrein
Hoe vaak zal ik de weg nog gaan
de snelweg af, de dijk op naar de vaart
waar onderlangs de boerderijen staan
de zwarte schuren, een eenzaam paard.
Het parkeerterrein is vol, men werkt
hier continu, en terwijl ik aarzelend met
de stroom oploop, komt ongemerkt
de vraag: wanneer is het voor mij bezet.
We zijn bijeen voor wie ontbreekt
en nemen afscheid met een woord, een lied:
gedeelde smart vermeerdert het verdriet.
De man die namens de familie spreekt
knikt een teken naar de machinist –
de muziek zwelt aan, traag daalt de kist.
Voor mij is het de tweede crematie van de Eenzame Uitvaart. Anders dan bij een begrafenis, waar je als het ware onderdeel bent van de omgeving, de kou en de regen, maar ook de zon en de vogels, doet het katheder, de lege zaal met de brede lederen banken enigszins potsierlijk aan, alsof de plechtigheid elk moment kan beginnen. Terwijl die begonnen is als Hester haar gedicht leest:
Het wordt beslist
i.m. A. R. P.
Een straat met lage flats en eromheen
wat groen dat ligt bestorven in zichzelf
een singel om de hoek en verderop
de supermarkt voor dagelijks rantsoen; men moet
toch wat. Een mens is maar een mens, hij zoekt
al weet hij niet altijd precies naar wat of wie
en hoe. Het was zo’n winter die
niet komen wou, de jouwe wilde maar
niet weg, je vond wat warmte in de roes
en keek vanaf twee hoog over een lint
van tuinen uit, de krokussen in bloei.
Besloot je lijf: het wordt vandaag beslist
een dag van niks, een mooie dag om weg
te gaan, wat moet ik nog met voorjaar
aan m’n kop, ik knijp er tussenuit eer
straks ook de vergeet-me-niet volop.
Het is mijn tijd, ik ben een mens en ooit
bijeengeraapt, verstrooi mij weer.
© gedicht Hester Knibbe, © verslag Rien Vroegindeweij