Rotterdam – Eenzame Uitvaart Nummer 13
J. L. W.
Algemene Begraafplaats Crooswijk, Rotterdam
vrijdag 13 juli 2012, 9.30 uur
Dichter van dienst: Peggy Verzett
Het is zomer en het regent. De dagen zouden moeten zinderen, maar ze zeuren. Er gaan mensen dood in mijn omgeving. Mijn buurvrouw stierf. We woonden zo’n dertig jaar naast elkaar. Nooit meer zal ik haar mooie rode haren over de schutting zien, haar stem erachter horen. Er ging een beroemde dichter dood. De koningin en de minister-president betreurden en prezen hem. In het verpleeghuis Antonius Binnenweg, aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam stierf een man, van hetzelfde geboortejaar als de dichter. De dienst Wet op de Lijkbezorging meldt het op mijn mobiele telefoon, terwijl ik voor een plotselinge, heftige regenbui sta te schuilen. Er is hoegenaamd niets van hem bekend. Er is een adres, zijn woning is bezocht, moest worden leeggeruimd. Hij schilderde, er hingen doeken met zijn signatuur, er stond een doek op de ezel waarop het begin van een schilderij was geschetst. Er is sprake van twee kinderen die niets van hem willen weten. De doodsoorzaak wordt niet bekend gemaakt. Wat hij tijdens zijn werkzame leven deed weten we niet. Ik moet Anne Vegter vragen om een gedicht te schrijven, zij staat van begin af aan in onze ‘poule des doods’ maar is nog niet aan de beurt geweest. Er kwam telkens iets tussen. Maar helaas, ze staat op het punt met vakantie te gaan. Gelukkig heb ik kort geleden Peggy Verzett ontmoet, beeldend kunstenares en dichteres en haar gevraagd of ze mee wil doen aan de Eenzame Uitvaart. Het regent de ochtend van woensdag 11 juli 2012. Ik besluit met de auto naar Crooswijk te gaan, want ik wil daar niet drijfnat aankomen. Maar de zon breekt door en blijft het komende uur bij ons. Peggy staat al bij de ingang van de begraafplaats te wachten. Peter Boertjes van de Sozawe is er met een collega. De lijkwagen arriveert wat eerder dan verwacht. De weg naar het graf in vak F is kort. Peggy leest:
(voor u)
Ze zeggen dat u met potlood
Een nieuw schilderij had geschetst
Een luidkeelse horizon, een veeg van een pad
U schildert abstract
Het konijn loopt hier in een paar ronde lijnen
Geeft u hem ogen dan zijn die ook voor de haag
twee stippen, waarom zou een haag niet zien?
Ieder detail is wat het is,
Een deel van een groter ding
Abstract zou u dit landschap kunnen noemen
De doden hebben hun ondergrondse, elkaar de hand
Gegeven: er is een aangekaakte lijn van wit gebeente
Een refrein van prille dood en verre dood
Van dood in een mocassin gehesen
De hoge conifeer doet het goed in dit landschap
Hij past bij een van uw potloodlijnen
Die hees op het linnen rijpen
Bij de kleuren in de diepe tube
Al het groen, de blauwe dij van een naaldboom
Het geel van het groen en de prijs van het groen,
De wind pakt ze en stoot zijn adem
door uw vreugdebeuk heen
Ze legt het gedicht op de kist. Na een gepaste stilte voor J. L. W. lopen we terug naar de uitgang. De zon schijnt wonderwel nog steeds.
© gedicht Peggy Verzett © verslag Rien Vroegindeweij