Rotterdam – Eenzame Uitvaart Nummer 14
A. E. S.
Donderdag 11 oktober 2012, 10.00 uur
Algemene Begraafplaats Crooswijk, Rotterdam
Dichter van dienst: Anne Vegter
A. E. S. was 84 jaar toen zij op 1 oktober 2012 in het verpleeghuis Antonius Binnenweg overleed. Iemand met zo’n naam en die leeftijd zal een geschiedenis hebben, op z’n minst een verhaal. Maar we weten hoegenaamd niets van haar, zelfs niet haar roepnaam. Of we kunnen er naar raden, de leemtes tussen de summiere gegevens invullen. Er is ergens een dochter, maar die wil niets met haar moeder te maken hebben, er schijnt een kleinzoon te zijn maar die is onvindbaar.
Met die gegevens vraag ik Anne Vegter een gedicht te schrijven. Ze zit midden in een verhuizing, haar huis wordt gerenoveerd, ze moet naar een ruilwoning. Het is maandag en inmiddels is bekend dat de teraardebestelling aanstaande donderdag om 10.00 uur zal zijn. Drie dagen om een gedicht te schrijven voor iemand die je niet hebt gekend, van wie je niets weet.
Anne vraagt of het mogelijk is het stoffelijk overschot van mevrouw A. E. S. te zien. Maar dat blijkt vanwege onvoorziene kosten niet te kunnen. Als we elkaar bij de ingang van de Algemene Begraafplaats Crooswijk treffen, vertelt ze dat ze andere wegen heeft gevonden om iets over A. te weten te komen. Ze heeft iemand gesproken die haar heeft verzorgd. ‘We waren buurtgenoten, ze keek uit op metrostation Gerdesiaweg. Daar kom ik vaak. We moeten elkaar hebben gezien,’ zegt Anne, terwijl we achter de lijkwagen naar het graf lopen.
Je woonde tweehoog boven de Sionstraat
Sion, waar lag dat ook alweer, kon je er met
de metro komen, halte station Gerdesia?
Moest je geloven dat je huis gebouwd was
op een berg? Jij en je have op de Sionstraat,
jou maakten ze niks wijs, geen Heilig Lam.
Je had je eigen Openbaringen op het balkon:
er was een man van licht, dansende engel,
strand, iets van goud op Curaçao, familie-
foto ingelijst en mag je best een beetje huilen
want iemand zegt zo teer een liefde in de tijd.
Of deze: (weer vanaf balkon) Chico plast
onder acacia’s. Voor huis: jij met de hond,
jij met een paardenstaart, jij met je papegaai.
Had je die eigenlijk op Sion? Zie Het Lam gaat
voor de hond, daarna de papagaai, dan jij,
bergafwaarts, bergopwaarts, vreemd, vrij.
Anne legt het gedicht op de kist. Door een windvlaag waait het het graf in en komt zodoende onder de kist terecht. Maar de woorden zijn gesproken. We staan nog een moment stil bij de laatste rustplaats van A. E. S. Het is mooi helder najaarsweer.
© gedicht Anne Vegter © verslag Rien Vroegindeweij